In deze herfsteditie van Skript leest u onder meer het artikel van de Essayprijswinnaar van 2020. Lauren Geel schrijft in ‘De man achter de schermen’ over Bayard Rustin, een sleutelfiguur in de Amerikaanse Burgerrechtenbeweging uit de jaren zestig van de twintigste eeuw. Bayard was de belangrijkste adviseur van Martin Luther King, en de organisator van de March on Washington. Toch kennen veel mensen Bayard niet. Geel geeft hiervoor drie redenen, waaronder het communistische verleden van Bayard. 

Verder bevat deze editie een artikel van Nick Oosterwijk over de Bataafse Mythe, zoals deze wordt vertelt door Jan Wagenaar en Jacob van Lennep in respectievelijk de achttiende en negentiende eeuw. Oosterwijk laat zien dat hoewel er door historici altijd werd gedacht dat de Bataafse Mythe in de achttiende eeuw uit de geschiedschrijving verdween, er ook in de negentiende eeuw nog sprake is van een Bataafse Mythe. Ook Caroline Schep heeft geschreven over nationale identiteiten. Hierbij heeft zij gefocust op het indelen van kunstenaars en hun kunstwerken in nationale kaders. In haar artikel ‘Twee Vaderlanden’ bespreekt Schep de dubbele nationaliteit van Barthold Jongkind, die zowel in Nederland als in Frankrijk heeft gewerkt en geleefd. 

Redacteurs Nina Saelmans en Tinka de Haan hebben voor het herfstnummer historica Judith Pollmann geïnterviewd. Pollmann is gespecialiseerd de geschiedenis van de Nederlandse Republiek en is werkzaam als onderzoeker bij onder andere televisieprogramma’s over de Tachtigjarige Oorlog. Gerdien Evertse werd door redacteur Kauthar geïnterviewd over haar promovendusonderzoek. Tijdens haar master werd Evertse gefascineerd door Morisco’s, moslims die verplicht moesten bekeren tot het christendom, en ook haar promotieonderzoek gaat over hen.

Emma Verweij schreef voor Skript een opiniestuk over musea ten tijden van corona, en historicus Willem Melching vertelt u in zijn column over de spraakmakende foto van Carl von Ossietsky in het concentratiekamp Papenburg-Esterwegen.